
Twee foto’s van kleine meisjes van Atelier Adèle van hoffotografe Adele Perlmutter-Heilperin. Er zit ongeveer 32 jaar tussen beide foto’s. Dat is te zien. De eerste is een statische atelierfoto met een opgezet hertje uit de rekwisietenafdeling van het atelier. Alle beweging is eruit verdwenen. Het meisje kijkt tamelijk angstig en geïmponeerd naar de camera. De tweede is dynamischer. Gedwongenheid is ingewisseld voor beweging. Die suggestie ontstaat, hoewel de echtheid van dit huiselijk tafereel even gekunsteld is als de werkelijkheid van een fotostudio.
Het is een brutale bewering om te zeggen dat in 32 jaar de overstap naar de moderniteit wordt overbrugd. Dat houdt meer in dan de ene smaak die de andere vervangt. Het meisje van de tweede foto wordt gefotografeerd in haar eigen omgeving. Ze krijgt individualiteit mee. Zelfs een eigen willetje, zo lijkt het. Interessant om te weten zou zijn of die tweede foto door de fotograaf ook zo bedoeld is.
Het meisje van de eerste foto is inwisselbaar bordkarton. Sneu, maar volgens de regel in haar standaardpose. Daar in het harde licht van een Weense studio in 1868 met haar vriendje naast zich waar ze weinig steun aan heeft. Het meisje van de tweede foto krijgt losheid om wat rond te scharrelen tegen een achtergrond die uit focus is. Noem het de schijn van realisme die de constructie van de compositie zoveel mogelijk probeert te verbergen.
Een perfect bedoelde foto kan na verloop van tijd imperfecter tonen dan een bewust imperfecte foto. Dat is het geheim van verandering.
