In augustus 2018 ging de Stichting Museum Oud-Amelisweerd failliet. Het was exploitant en huurder van landhuis Oud-Amelisweerd dat eigendom is van de gemeente Utrecht en is gelegen in de gemeente Bunnik. Sinds eind 2010 is op dit blog op een kritische wijze regelmatig aandacht besteed aan Museum Oud Amelisweerd (MOA). De kritiek was dat de procedure volgens welke de besluiten werden genomen bestuurlijk onzorgvuldig was om niet te zeggen de bestuurlijke lijnen ernstig te buiten ging en dat de randvoorwaarden voor een museum in een lastig te exploiteren Rijksmonument onmogelijk waren om tot een succes te leiden. Voor dat laatste werd bij herhaling door experts gewaarschuwd, maar hun waarschuwingen werden genegeerd door het college van de gemeente Utrecht. Het MOA was museaal, financieel en politiek een aangekondigde ramp. Het MOA was en bleef vooral een papieren werkelijkheid in de bestuurskamers van de Stichtse politiek. Dat vraagt na een mislukte poging (2010-2018) om een diepgaande verklaring die man en paard noemt.
Bijkomende kritiek was dat diverse haalbaarheidsonderzoeken gekleurd, ingestoken en vertekend waren en de waarheid niet boven tafel haalden of bewust onder tafel hielden. Bij die reeks voegt zich nu een nieuw onderzoek dat in opdracht van de gemeente Utrecht door ‘een coöperatie van gedreven zelfstandig adviseurs’ Blueyard is uitgevoerd. Het onderzoek is bedoeld om Utrecht te helpen bij het vinden van een nieuwe bestemming voor het landhuis dat vanwege het faillissement immers op een nieuwe bestemming wacht.
Het onderzoek is op hoofdlijnen in lijn met wat hier op dit blog is geconstateerd. Op het niveau van de randvoorwaarden en de onmacht van de exploitant om daar mee om te gaan is het onderzoek verdienstelijk en duidelijk. Hoewel het geen nieuwe feiten boven water haalt, zet het vermoedelijk voor het eerst voor alle leden van de Utrechtse gemeenteraad onverbloemd op een rijtje wat er zoal is misgegaan.
Uit deze wandaad van slecht bestuur is echter geen dader of neutraler gezegd ‘actor’ af te leiden. De ramp lijkt uit de lucht te vallen en geen voorgeschiedenis te hebben. Het gemis is dat het onderzoek de rol van het openbaar bestuur en dan met name de gemeente Utrecht buiten schot laat. Utrechtse cultuurwethouders als Frits Lintmeijer, Kees Diepeveen en Anke Klein worden niet met name genoemd en werden niet gehoord. Evenmin werden verantwoordelijke gedeputeerden van de provincie Utrecht (Anneke Raven, Mariëtte Pennarts) of van de gemeente Amersfoort (Pim van de Berg, Mirjam Barendregt) gehoord. Dat is een onbegrijpelijk gemis en is er een aanwijzing voor wat de opzet van het onderzoek is. Niet het beleid, maar de uitvoering ervan staat centraal. De dieperliggende redenen waarom het MOA is ontspoord worden niet onderzocht en als iets in die richting wordt geconstateerd gebeurt dat in abstracties en vaagheden die niemand bijten.
Het Utrechtse college dat de opdracht voor het onderzoek gaf is de roze olifant in de kamer waarover het onderzoek niet praat. Want de achtereenvolgende colleges met de achtereenvolgende verantwoordelijke cultuurwethouders liggen ten grondslag aan de mislukking. Dat maakt het onderzoek minder objectief en waardevol dan het met een kritische blik naar alle betrokkenen had kunnen zijn. Goed dat het onderzoek er is, alleen is het acht jaar te laat uitgevoerd, niet compleet en gekleurd door de rol van de opdrachtgever.
Er valt ook wel een en ander op de constateringen aan te merken. Ik geef de belangrijkste puntsgewijs weer met mijn commentaar:
1. ‘Door de verplaatsing van het Armando Museum naar het landgoed verviel de verplichting het Armando Museum in stand te houden of te heropenen in de Elleboogkerk‘.
Commentaar: Dit gaat voorbij aan het zogenaamde convenant uit 1998 tussen enerzijds de gemeente Amersfoort en anderzijds Armando en zijn (ex)-echtgenote Tony de Meijere waarin de gemeente zich verplichtte om de bruikleen van de collecties van genoemde personen binnen Amersfoort tentoon te stellen. Dit werd eenzijdig door Amersfoort verbroken. De toenmalige directeur van Amersfoort-in-C Gerard de Kleijn sprak in 2010 in dit verband van onbehoorlijk bestuur. Dus er verviel geen verplichting, integendeel, deze werd eenzijdig opgezegd door het toen nieuw aangetreden college van Amersfoort dat contractbreuk pleegde.
2. ‘Het aanbod was artistiek-inhoudelijk de moeite waard. Tweemaal per jaar werd een tentoonstelling georganiseerd, en daarbij werd gekozen om niet uitsluitend werk van de Armando te tonen, maar ook ander werk. De recensies waren lovend, de reacties van de bezoekers positief en als bevestiging won MOA in 2016 de internationale prijs voor cultureel erfgoed, Europa Nostra.’
Commentaar: Het bleef wringen dat zoals ook de Raad voor Cultuur constateerde de combinatie ensemble, Armando en Chinees behang niet logisch was en geen goede basis onder de programmatische structuur van het MOA legde. Oud-hoofdconservator en vriendin van Armando Rini Dippel uitte in 2011 dezelfde kritiek evenals deskundigen uit de museumsector. De tentoonstellingen waren van wisselend niveau en de recensies absoluut niet altijd lovend. Het behalen van de Europese prijs Europa Nostra was niet de (volledige) verdienste van het MOA en niet in minste mate de verdienste van de partijen uit het voortraject die de renovatie op poten hadden gezet voordat de Stichting MOA in beeld kwam: Gemeente Utrecht inclusief het Centraal Museum en de Vastgoed Organisatie, Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het Restauratie Atelier Limburg.
3. ‘Het is opmerkelijk dat het bestuur in de ronde voor heroriëntatie niet met een overgangsscenario voor een terugval heeft kunnen komen.‘
Commentaar: Het onderzoek constateert op vele plekken dat het MOA werkte met ‘een onrealistisch ondernemingsplan’, ‘een moeizame bedrijfsvoering met te veel beperkingen’ en een ontbrekend weerstandsvermogen. Het MOA heeft geen enkel jaar met een positief saldo afgesloten, heeft onvoldoende sponsors kunnen trekken en niet aan de verwachtingen voldaan wat de bezoekcijfers betrof. De structurele inkomens uit de Amersfoortse bruidsschat liepen in 2021 ten einde en er wachtte nog de terugbetaling van 160.000 euro aan de provincie Utrecht. Het is begrijpelijk dat het bestuur deze indicatoren inschatte als perspectiefloos, evenmin een opgaande lijn kon constateren en het besluit nam om de verliezen niet verder op te laten lopen. Het onderzoek doet er verkeerd aan om de terugvaloptie te koppelen aan de exploitant Stichting MOA, deze optie was door de gemeente Utrecht juist in de brief geschreven voor het geval de exploitant het niet zou redden en was primair gebonden aan het vastgoed, ofwel het landhuis.
4. ‘We adviseren de gemeente Utrecht om een visie te formuleren op wat zij wil met het openstellen van het landhuis als cultureel erfgoed. Wat is de mate van ontsluiting en toegankelijkheid die zij het publiek wil bieden?‘
Commentaar: Een terechte, maar schrijnende opmerking die als mosterd na de maaltijd komt. Dit had zoals velen onder wie deze blogger vanaf 2010 meermalen hebben beweerd bij aanvang van het project moeten gebeuren. Het Utrechtse gemeentebestuur heeft continu achter de feiten aangelopen en onvoldoende initiatief genomen. Utrecht heeft het vastgoed voorbeeldig opgeknapt, maar bij de keuze voor de huurder en de voorwaarden van de exploitatie heeft het te laat, halfslachtig en ronduit slecht geacteerd. De gemeenteraad kreeg onvoldoende inspraak om het college te sturen en werd telkens met voldongen feiten geconfronteerd.
Wat nu na dit halfslachtige rampenscenario waaruit tussen de regels door blijkt dat de achtereenvolgende colleges van de gemeente Utrecht de wandaad hebben gepleegd, maar de dader ongenoemd blijft? De valkuil is de bestuurlijk-ambtelijke sfeer waar dit onderzoek van Blueyard ook ogenschijnlijk in is vastgelopen. Het heeft niet verder gekeken omdat het niet begreep dat dat nodig was of omdat dat ontmoedigd werd door de opdrachtgever. Hoe merkwaardig is het niet dat er volop ambtenaren, consultants en zakelijke directeuren worden geïnterviewd voor het onderzoek, maar nauwelijks inhoudelijke deskundigen uit de museumsector, laat staan critici als Paul van Vlijmen of Rini Dippel? Nodig is een volwaardig onderzoek dat uit de ambtelijk-bestuurlijke sfeer komt waarin trouwens ook het onderzoek van de Holland Consulting Group vastliep en het college van Utrecht gedetailleerde inhoudelijke argumenten geeft aan de hand waarvan het zich een mening kan vormen. Dat is beter dan wat de afgelopen acht jaar is gebeurd, toen de feiten uit de meningen volgden.
Foto: Schermafbeelding uit het onderzoek ‘Museum Oud Amelisweerd ex post; Oorzaak en aanleiding van het einde, met de blik op de toekomst’ van Blueyard dat in opdracht van de gemeente Utrecht werd uitgevoerd, 2 november 2018.
https://ris2.ibabs.eu/Reports/ViewListEntry/Utrecht/dc486056-1e1b-4946-b6e6-97f807982dc2
Burgemeester en Wethouders
Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 14 030
http://www.utrecht.nl
Aan de gemeenteraad
Behandeld door F. Booij
23 november 2018
Stand van zaken landhuis Oud Amelisweerd
Geachte leden van de raad,
Op 21 september 2018 (briefkenmerk 5569165) informeerden wij u over de voortgang met betrekking tot het faillissement, een evaluatie die we hebben uitgezet en de mogelijke inzet van vrijwilligers in de komende periode. Middels deze brief informeren wij u over de stand van zaken met betrekking tot de oplevering van het evaluatierapport door onderzoeksbureau Blueyard, de tijdelijke invulling van het landhuis, de recente overname van de inboedel van het landhuis en de voorbereidingen voor een permanente invulling.
Evaluatie
Om bij een nieuwe permanente invulling van het landhuis een herhaling van een dergelijk faillissement te voorkomen, heeft de gemeente Utrecht het onderzoeksbureau Blueyard gevraagd te onderzoeken waarom Museum Oud Amelisweerd in haar opzet niet is geslaagd. Dat onderzoek op basis van beschikbare documenten en een gespreksronde langs de belangrijkste betrokken partijen heeft plaatsgevonden en treft u in bijlage 1. Voor de belangrijkste conclusies en bevindingen verwijzen wij naar pagina 3 en 4 van het rapport.
Tijdelijke invulling landhuis
Toewerkend naar een permanente invulling wordt voor de periode van 1 maart 2019 (of zoveel eerder als mogelijk) tot 28 februari 2020 gezocht naar een tijdelijke exploitant voor de invulling van het landhuis. Voor deze tijdelijke invulling hebben zich 12 kandidaten gemeld. Hen wordt gevraagd om, binnen de huidige financiële kaders en bepalingen ten aanzien van het beheer van het landhuis en het vigerende bestemmingsplan, een plan in te dienen voor tijdelijke openstelling van het landhuis. Samenwerking met de huidige vrijwilligers van het MOA, maakt daarbij onderdeel uit van de beoordeling. Om de kans op de tijdelijke openstelling van het landhuis zo groot mogelijk te maken, is er voor gekozen om de huidige eis van minimale openstelling voor het publiek van 250 dagen per jaar voor de tijdelijke invulling vast te stellen op minimaal 100 dagen.
Op basis van een zestal in het bijgevoegde selectiedocument benoemde criteria zullen de plannen worden beoordeeld, zie hiervoor bijlage 2. De weging van de zes criteria is zo ingericht, dat de meeste waarde wordt gehecht aan een robuuste duurzame tijdelijke openstelling. Wij verwachten u hier in januari 2019 verder over te kunnen informeren.
Aanschaf inboedel
De curator is bezig met de afwikkeling van het faillissement van de stichting Museum Oud Amelisweerd. De gemeente Utrecht heeft afgelopen weken onderhandeld met de curator over de overname van de inboedel van stichting Museum Oud Amelisweerd en is tot overeenstemming gekomen. Het gaat daarbij om zaken als verlichting, beveiligingsinstallatie, bankjes, trapliften, balies, vitrines, documentatie over de geschiedenis van het pand en haar bewoners, niet om kunstwerken. De aanschaf van de inboedel is van belang voor de instandhouding van het landhuis. Belangrijk onderdeel van de inboedel is het totale lichtplan in het landhuis, afgesteld op de eisen die worden gesteld voor het creëren van de juiste klimatologische omstandigheden voor het landhuis en het behang.
Om een spoedige tijdelijke openstelling van het landhuis te bewerkstelligen is de aanwezigheid van de inventaris van belang. Daarnaast is de inboedel mogelijk ook van waarde voor een nieuwe permanente invulling. Veel van de inboedel is nog in goede staat. De aanschaf van de inboedel (50.000 euro excl. BTW) wordt gedekt vanuit de programma’s Cultuur, Vastgoed en Erfgoed.
Voorbereidingen voor de permanente invulling
We zijn tevens gestart met de voorbereidingen voor de permanente invulling van het landhuis. Wij hechten daarbij grote waarde aan het doorlopen van een zorgvuldig proces, waarbij alle betrokkenen en uw raad rondom het landhuis zullen worden meegenomen, om zo in gezamenlijkheid tot realistisch kaders te komen voor een duurzame en inhoudelijk optimale invulling van het landhuis.
Uit het evaluatierapport van Blueyard blijkt dat de huidige kaders van het landhuis dusdanig beperkend zijn dat het moeilijk is en blijft, om zonder substantiële aanvullende bijdrage tot een duurzame invulling te komen. We onderzoeken de komende maanden dan ook in hoeverre wijziging van de kaders mogelijk en wenselijk is en kijken daarbij onder andere naar de verruiming van het bestemmingsplan, de verbreding van de exploitatiemogelijkheden (bijvoorbeeld met horeca) en de bepalingen met betrekking tot het beheer van het landhuis.
Ook voor de permanente invulling geldt dat de robuustheid en degelijkheid van de toekomstige exploitatie zwaar mee zullen wegen in de nog uit te werken kaders voor beoordeling van de plannen voor het landhuis. Bij het vormgeven van deze kaders zullen we de monumentale waarde van het landhuis niet uit het oog verliezen. Het landhuis Oud Amelisweerd is belangrijk cultureel erfgoed. Het is op dit moment onze wettelijk verplichting om een monument in stand te houden en wij vinden het belangrijk dat het daarbij toegankelijk blijft voor het publiek. De kaders zullen wij naar verwachting in het voorjaar van 2019 aan u voorleggen.
Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
de secretaris, de burgemeester,
LikeLike
“Uit deze wandaad van slecht bestuur is echter geen dader of neutraler gezegd ‘actor’ af te leiden. De ramp lijkt uit de lucht te vallen en geen voorgeschiedenis te hebben.” Daar was het B.Y. onderzoek geloof ik ook niet voor bedoeld, een dader in persoon aan te wijzen. Laten we het er op houden dat er een aantal mensen voor de gang van zaken bij het MOA verantwoordelijk zijn. Neemt u eens contact met mij op, ik ben wel nieuwsgierig naar uw mening hierover.
LikeLike
@Hadrianus
De (beperkte) opdracht voor het onderzoek door Blueyard is deel van mijn kritiek. Dat reken ik de Utrechtse politiek aan en niet zozeer Blueyard. Hoewel men erover kan redetwisten of een bureau zo’n onderzoek vervolgens moet aannemen.
Mijn herhaalde kritiek op de gang van zaken rond landhuis Oud-Amelisweerd en Stichting Museum Oud Amelisweerd is tweeledig. Het is deels kritiek op personen en deels wat men systeemkritiek zou kunnen noemen. Bepaalde personen in dit dossier hebben vanaf 2011 ruimte kunnen nemen die hun bestuurlijk en volgens hun functie en mandaat niet toekwam door de falende politieke bestuurders van stad Utrecht, provincie Utrecht en Amersfoort. Er resteert naar mijn idee een gemengd beeld van een aantal mensen dat misbruik maakte van de slechte aansturing en beleidsvorming en -uitvoering door de verantwoordelijke bestuurders.
Ik heb hier meermalen gepleit voor een raadsenquête door de Utrechtse gemeenteraad dat als opzet heeft een reconstructie van het complete bestuurlijke proces en de besluitvorming over de bestemming/exploitant van landhuis Oud-Amelisweerd, inclusief het in kaart brengen van de contacten met provincie en Amersfoort. Er waren naast mij ontelbare mensen die gewaarschuwd hebben voor de levensvatbaarheid van het omgekatte Armando Museum in de bossen van Bunnik (Rini Dippel/ex SM, Paul van Vlijmen/ex-Spoorwegmuseum, Eymert-Jan Goossens/Huis Doorn, Jesper Rijpma/VVD, Xander van Asperen/D66, SP, Nieuw-Rechts, Burgerpartij A’foort, Ben Stoelinga/A2014, Ramón Smits Alvarez/PvdA, Simone Kennedy/CU, Hiske Land/GL), maar ze werden niet gehoord en hun argumenten werden weggepoetst. Het opknappen van het vastgoed sinds begin jaren ’90 onder leiding van Centraal Museum en gemeentelijke diensten van de gemeente Utrecht waardeer ik daarentegen positief.
Ik zie een deelonderzoek als dat van Blueyard vooral als pragmatisch en richtinggevend om praktische problemen op te lossen, maar niet als een diepgravende analyse van dit volgens velen onnodig ontspoorde project die kan dienen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Wie kwaadaardig is kan het onderzoek van Blueyard omschrijven als een doofpot die dient om een diepgravend onderzoek te verhinderen door het cosmetisch tonen van daadkracht.
LikeLike
Amersfoort2014; 20 DECEMBER 2018
https://amersfoort2014.nl/index.php/nieuws-2/202-amersfoorts-college-schuift-alle-verantwoordelijk-af-in-dossier-moa
Amersfoorts College schuift alle verantwoordelijk af in dossier MOA
Uit antwoorden van het College van B&W op vragen van Amersfoort2014 over het recente faillissement van Museum Oud Amelisweerd (MOA) blijkt dat het Amersfoortse College alle verantwoordelijkheid voor het storten van ruim € 2.455.000 gemeenschapsgeld in de bodemloze MOA- put afschuift op de mede door de gemeente Amersfoort ingestelde Stichting MOA.
Fractievoorzitter Ben Stoelinga viel bij het lezen van de antwoorden van de ene in de andere verbazing: ‘Het College schrijft dat de rol van de gemeente Amersfoort correct is weergegeven in het onderzoeksrapport van onderzoeksbureau Blueyard. In dat rapport staat notabene nadrukkelijk vermeld dat al bij de start van MOA bij alle betrokkenen bekend was dat de exploitatie onhaalbaar was. Dus ook bij de gemeente Amersfoort”.
De fractie van Amersfoort2014 wil dat de onderste steen boven komt over de rol van de gemeente Amersfoort in het dossier MOA. Omdat het onderzoek een periode van acht jaar betreft en er verschillende wethouders en bestuurders bij betrokken zijn, wil de fractie een raadsonderzoek instellen. Stoelinga: ‘’Het College heeft jarenlang in totaal € 855.000 aan subsidie betaald aan MOA. Het College zegt in de beantwoording van de vragen dat de jaarrekeningen van MOA werden getoetst door ambtenaren. Daarin stonden notabene ook de jaarlijkse exploitatietekorten van MOA vermeld. Ik begrijp niet dat er geen belletje is gaan rinkelen in het stadhuis. De gemeenteraad had tussentijds geïnformeerd moeten worden.’
Amersfoort in C (de museumkoepel in Amersfoort) heeft in overleg met de gemeente Amersfoort in 2011 nog eens € 1.600.000 geïnvesteerd om de Armando-collectie onder te brengen in Oud Amelisweerd. Uit het onlangs gepresenteerde onderzoekrapport ‘MOA ex post; Oorzaak en aanleiding van het einde, met een blik op de toekomst’ van bureau Blueyard blijkt dat de museumkoepel ‘Amersfoort in C’ en de gemeente Amersfoort een cruciale rol hebben gespeeld in het begin van het proces bij het opstellen van het ondernemingsplan. Volgens het onderzoeksrapport waren de bestuurders van Amersfoort in C en de toenmalige wethouder van cultuur op de hoogte van de grote risico’s , maar werden die risico’s niet serieus genomen. Stoelinga: ‘Het college antwoordt vaag over de Amersfoortse deelname in een soort begeleidingsgroepje van mensen die het ondernemingsplan hebben opgesteld. Ik wil weten wat er toen precies is gebeurd’. Amersfoort2014 wil de betrokken directieleden van Amersfoort in C en de verschillende Amersfoortse ( ex-) cultuurwethouders en ambtenaren van Amersfoort uit de periode van 2010 tot heden horen over deze zaak. Zo nodig moeten ook andere getuigen en deskundigen gehoord worden. Stoelinga: “Het doel van dat raadsonderzoek is om te achterhalen wat er fout is gegaan en hoe dat komt. Vervolgens kunnen we dan maatregelen nemen om te voorkomen dat het weer gebeurt. Het moet maar eens afgelopen zijn met het verkwisten van tonnen aan gemeenschapsgeld door Amersfoortse bestuurders!”
LikeLike
‘College weigert verantwoordelijkheid te nemen voor museumdebacle’
27-12-2018, 20:13 | Van de redactie
AMERSFOORT Amersfoort heeft bijna tweeënhalf miljoen euro uitgegeven aan Museum Oud Amelisweerd, terwijl van meet af aan duidelijk was dat deze onderneming tot mislukken was gedoemd. Dit stelt de fractie van Amersfoort2014 in een brief aan deze krant.
https://destadamersfoort.nl/college-weigert-verantwoordelijkheid-te-nemen-voor-museumdebacle-530471
LikeLike