Het is onvoldoende om met elkaar te protesteren en daar een moreel gelijk aan te ontlenen. Dat is potsierlijk. Protest krijgt pas inhoud als het niet eenmalig maar blijvend is en in een doelgerichte politiek gegoten wordt. Velen hebben het gelijk aan hun kant als ze beweren dat de Amerikaanse president Donald Trump een dwaas en een egotripper is die zonder ervaring in het openbaar bestuur slecht is voorbereid op zijn nieuwe functie. Protest is nodig als startpunt voor politiek activisme. Maar als protest dreigt te ontaarden in het claimen van eigen gelijk dat niet verder nadenkt over het vervolg, dan heeft het weinig politieke invloed.
Het belang van de Women’s March ligt niet in de oppositie tegen Trump die zich zoals bekend niets gelegen laat liggen aan feiten en argumenten, maar in die tegen Hillary Clinton. Met haar medestanders trekt ze nog steeds aan de touwtjes binnen de Democratische partij (DNC). Dat maakt de progressieven ziedend die onder verwijzing naar de populariteit en peilingen tijdens de campagne van 2016 denken dat hun kandidaat Sanders Trump makkelijk had verslagen. Zodat de VS de schande van Trumps presidentschap bespaard was gebleven.
Activist Van Jones prikt door de protesten tegen Trump heen. De essentie van zijn woorden is dat de oppositie georganiseerd, niet neerbuigend en geloofwaardig moet zijn. Jones steunt de progressieve richting binnen de DNC die wordt vertegenwoordigd door de senatoren Bernie Sanders en Elizabeth Warren, en afgevaardigde en kandidaat-partijvoorzitter Keith Ellison. Jones probeert om strategische redenen de verschillen te overbruggen en vooral de kloof binnen de DNC te dichten. Als er een patstelling ontstaat tussen Clintoneske partijbonzen -die hun macht niet willen delen- en de Sandersiaanse massa, dan kan Trump geen echte pijn worden gedaan.
Uit een artikel in Politico blijkt dat het merendeel van de demonstranten aanhangers van Sanders was. Dat ligt in de lijn van de campagne van 2016 toen ze in grote getale partijbijeenkomsten van Sanders bezochten. Door een combinatie van manipulatie door de partijorganisatie, de tegenstand van de pro-Clinton media, maar ook gewoonweg een tekort aan steun legden ze het af tegen Clinton en het partijestablishment. Hoewel ze het meeste enthousiasme opbrengen en bereid zijn om met velen de straat op te gaan om te protesteren zijn ze gemarginaliseerd binnen de DNC. Niet dat ze noodzakelijkerwijs een minderheid binnen de partij vormen, maar establishment-Democraten die op hun beurt in de klem zitten van big money en daar een tegenprestatie voor moeten leveren zijn niet alleen niet bereid, maar ook niet bij machte hun macht af te staan. Waardoor het perspectief op revitalisatie van de DNC, progressieve standpunten en scherpe uitdaging van Trump afneemt.
De les voor Nederland is niet anders dan wat Van Jones beoogt. Overbruggen en doordenken. De gevestigde orde in de progressieve partijen heeft geen toekomst omdat het geen beweging weet op te wekken. In de beeldvorming valt het beeld niet weg te poetsen dat het partijkader vooral het eigenbelang dient. Het grijpen naar het verleden van de jaren ’70 -zoals PvdA-leider Lodewijk Asscher doet– maakt het extra pijnlijk. Het sluiten met elkaar van ‘progressieve pacten’ op deelterreinen zoals de arbeidsmarkt is onvoldoende. Als dat het beste is wat progressieve partijen in huis hebben, dan valt hun wereldvreemdheid en machteloosheid niet beter te illusteren. Slechts GroenLinks kan hopen op een beweging die de traditionele partijgrenzen te buiten gaat. Dan moet het verzoenen, de sociaal-economische paragrafen tot kern van het programma maken en keihard stelling nemen tegen rechts-populistische tendenzen in samenleving en politiek. En in de marketing zeker niet verwijzen naar de mooie woorden en het vrijblijvende vormspel van ex-president Barack Obama.
Ik heb het nu al heel vaak gehoord maar zou Bernie Sanders nu werkelijk hebben gewonnen van Trump? Is hij niet veel te links voor de gemiddelde amerikaan? Zouden de zwarten en latino’s werkelijk massaal genoeg op hem gestemd hebben om het verschil te maken tussen het succes van Obama en de mislukking van Hillary Clinton? We zullen het nooit weten. Sanders en Trump zijn niet tegen elkaar in het strijdperk getreden en zullen dat misschien ook wel nooit doen. Beide kandidaten zijn inmiddels al aardig op leeftijd. Trump 70 jaar en Sanders 75 jaar. Misschien wordt het tijd voor een jongere kandidaat? Obama was 49 jaar oud (Is nog steeds maar 55 jaar) en Bill Clinton was 47 jaar oud toen ze president werden.
LikeLike
@Raymond
We zullen het nooit zeker weten of Bernie Sanders van Trump had gewonnen. Er zijn hoogstens vermoedens en indicaties voor. Maar die geven wel een sterk beeld. Zoals Sanders’ populariteit bij het hele electoraat, het enthousiasme en de menigten die hij tijdens de campagne op de been bracht, de peilingen in voorjaar 2016 die stuk voor stuk aangaven dat hij Trump met een ruimere marge dan -toendertijd- Clinton versloeg en zijn grotere aantrekkingskracht bij de groep waar Trump de winst behaalde, namelijk de blanke, laagopgeleide -non-college- arbeiders- en lagere middenklasse stem.
De latino’s hebben Hillary Clinton redelijk gesteund, maar de zwarte kiezer heeft het op 8 november af laten weten en haar in de steek gelaten. Of: Clinton had in de campagne zich niets bekommerd om de zwarte kiezer en daarom liet die haar vallen. Of Sanders het bij deze groepen beter had gedaan valt te bezien. Sanders heeft in de afgelopen decennia een meer geloofwaardige politiek jegens Afro-Amerikanen gevoerd dan Clinton die bij tijd en wijle racistische opmerkingen maakte. Dat is niet vergeten. De steun hangt ook samen met progressieve onderwerpen waarvan Sanders de woordvoerder is en Clinton hooguit een zwalkende buikspreker was. Omdat vele Afro-Amerikanen in slechte economische omstandigheden verkeren spraken die progressieve onderwerpen bovengemiddeld aan bij deze groep. Daarnaast gaf Sanders perspectief en hoop, terwijl Clinton in dit opzicht ongeloofwaardig was omdat haar afstand tot de kiezer te groot was.
Of Sanders te links is voor de gemiddelde Amerikaan denk ik niet. Hij is geen radicaal of communist, maar een redelijk gematigde sociaal-democraat van het Europese type die brede lagen van de bevolking aanspreekt. Hij benatwoordde het populisme van Trump met een eigen populisme dat zich eveneens tegen het establishment keerde. Daardoor neutraliseerde Sanders grotendeels deze anti-establishment strategie van Trump waar Clinton geen antwoord op had.
Maar deze extrapolaties zijn lastig. Clinton won de ‘popular vote’ van Trump met 2,8 miljoen stemmen meer. Ze won kiezers in het centrum, maar verloor een groot deel van de progressieve kiezer die in de voorverkiezingen Sanders hadden gesteund. Vergeet ook niet dat Sanders in de voorverkiezingen niet veel stemmen minder kreeg dan Trump, hoewel het om twee verschillende voorverkiezingen ging.
LikeLike