De Appel: Advies commissie Swaab in tegenspraak met advies Raad voor Cultuur

app

Verbazingwekkend aan het rapport ‘Bevindingen en advies commissie Swaab inzake De Appel arts centre’ van 3 december 2015 is niet dat het haaks staat op de standpunten van de door het bestuur in een gerechtelijke procedure ontslagen directeur Lorenzo Benedetti of medestanders (tutors en kunstenaars), maar dat het haaks staat op de door het ministerie van OCW gevolgde evaluatie van De Appel in het advies van de Raad voor Cultuur Slagen in Cultuur; culturele basisinfrastructuur 2013-2016‘ van mei 2012. Dat leverde De Appel 500.000 euro subsidie op. Omdat de adviezen elkaar vooral over de zakelijke leiding en het ondernemerschap tegenspreken kunnen niet zowel het advies van de commissie Swaab als dat van de Raad voor Cultuur gelijk hebben. Eén ervan heeft de zaken verkeerd voorgesteld, en alles duidt erop dat dat de Raad voor Cultuur is.

De commissie Swaab met voorzitter Els Swaab, Axel Rüger en Hester Alberdingk Thijm had als opdracht: ‘Het verrichten van een onafhankelijk onderzoek naar het beleid en de handelwijze van het bestuur van De Appel in relatie tot de arbeidsovereenkomst met de heer Benedetti en de ontbinding van deze overeenkomst. Het onderzoek gaat niet over de artistieke prestaties van De Appel.’ De commissie heeft met iedereen gesproken behalve met Benedetti die een gesprek weigerde omdat hij twijfelde aan ‘de onpartijdigheid van de commissie en dan met name over de positie van mevrouw Swaab.’ De gemeente Amsterdam zei wel vertrouwen te hebben in ‘de onpartijdigheid van de commissie en het advies.

Conclusie is dat ‘de heer Benedetti al vanaf eind 2014 op de hoogte was van de klachten ten aanzien van zijn functioneren en dat hij zich sindsdien kon realiseren dat verbetering noodzakelijk was’. Maar ook het bestuur van De Appel heeft steken laten vallen in een cultuur waarin de ‘open Appelmanier’ zakelijke afspraken in de weg stond: ‘Niet geformaliseerd, niet duidelijk gesteld met een ultiem gevolg, ontslag als mogelijke uitkomst.’ Uiteindelijk kende deze kwestie met goedwillende betrokkenen alleen maar verliezers: algemeen directeur, personeel, bestuur en tutoren. De oorzaak voor het disfunctioneren van Benedetti was terug te brengen tot ‘het ontbreken van een formele organisatiestructuur en de open bedrijfscultuur van de Appel.’

Het is het ontbreken van zakelijkheid en organisatie dat de Raad voor Cultuur niet als negatieve, maar als positieve eigenschap van De Appel wenste te beschouwen. Hoewel dat onder een andere algemene directeur Ann Demeester was, maakte dat de mate van organisatie en zakelijkheid niet anders: ‘De Appel geniet ruime internationale bekendheid, niet alleen door de lange staat van dienst, maar vooral door de niet aflatende stroom van inspirerende ideeën die in nauwe samenwerking met partners in binnen- en buitenland verder worden ontwikkeld.’ Wie beide adviezen naast elkaar legt kan niet anders dan concluderen dat de Raad voor Cultuur van Venus komt en de commissie Swaab van Mars. Ze evalueren dezelfde presentatie-instelling, maar hebben een volkomen verschillend perspectief en toetsingskader. Goede bedoelingen, wensdenken en creatieve ambitie tegenover zakelijkheid, bestuurlijkheid en organisatorische degelijkheid. Het kan verkeren.

Foto: Schermafbeelding van deel advies van de Raad voor Cultuur Slagen in Cultuur; culturele basisinfrastructuur 2013-2016’ (p. 342), mei 2012.

6 gedachten over “De Appel: Advies commissie Swaab in tegenspraak met advies Raad voor Cultuur

  1. De Amsterdamse Kunstraad liet in een ‘tussentijdse evaluatie’ van 1 juli 2015 de afdeling Kunst en Cultuur van de Gemeente Amsterdam De Appel ‘zakelijk evalueren’. Die evaluatie is kwantitatief en administratief en gaat over tentoonstellingen, nevenactiviteiten, talentontwikkeling, bereik en de exploitatie. Het volgt het denken van de Raad voor Cultuur en laat organisatie, doelmatigheid en uitvoering grotendeels buiten beschouwing:
    http://www.kunstraad.nl/de-appel-arts-centre/

    Zakelijke evaluatie door Kunst en Cultuur
    De Appel arts centre heeft de afgelopen twee jaar meer tentoonstellingen en nevenactiviteiten georganiseerd dan in het kunstenplan was gepland. Ook zijn er meer bezoekers gekomen.

    De Appel heeft actief naar verbreding van het publieksbereik gestreefd door deelname aan diverse Amsterdamse cultuurevenementen, zoals de Museumnacht en Amsterdam Art Weekend. Uit onderzoek is gebleken dat de achtergrond van de bezoekers op een aantal punten afwijkt ten opzichte van andere musea: jonger publiek, hoger opgeleid, zonder kinderen, veel museumkaarthouders. Van de bezoekers is bovendien 45% afkomstig uit Amsterdam, 20% uit de rest van Nederland en 35% uit het buitenland.

    Op het gebied van talentontwikkeling draagt de Appel bij aan ‘excelleren’ met het kennisprogramma: het Curatorial Programme en het Gallerist Programme. Bij dit laatste programma vindt momenteel een heroriëntatie plaats. Op het gebied van cultuureducatie heeft de Appel samen met de Oude Kerk het educatieprogramma ART-ViSiT ontwikkeld, gericht op zowel primair als voortgezet onderwijs. Hiermee zijn 304 leerlingen op dertien scholen bereikt. In de aangepaste subsidieaanvraag in 2012 had de Appel aangegeven als gevolg van een lagere toekenning niet aan cultuureducatie te kunnen doen. De Appel heeft op het gebied van cultuureducatie dus meer gedaan dan aangegeven in aangepaste subsidieaanvraag.

    De Appel had eind 2014 een goede liquiditeits- en solvabiliteitspositie. Dit geeft aan dat de organisatie voldoende buffers heeft om tegenvallers in de bedrijfsvoering op te vangen. In 2014 is een licht negatief exploitatieresultaat behaald maar hierop is geanticipeerd door de inzet van een bestemmingsreserve. Al met al staat de Appel er op het aspect van de bedrijfsvoering goed voor en is ook het perspectief voor de resterende looptijd van het huidige kunstenplan goed.

    Conclusie
    Kunst en Cultuur concludeert dat de Appel arts centre meer educatieactiviteiten heeft georganiseerd dan aangekondigd en bovendien meer bezoekers heeft aangetrokken. De Amsterdamse Kunstraad stelt dat de publieksbenadering en de tentoonstellingsteksten verbeterd zijn en de educatieve activiteiten van kwaliteit zijn. Wel is de kunstraad van mening dat de Appel het eigen artistieke profiel onder de aandacht moet blijven brengen bij geschikte doelgroepen.

    De tussentijdse evaluatie geeft geen aanleiding tot bijstelling van de hoogte van de subsidie gedurende de lopende periode van het kunstenplan.

    Like

  2. Omdat het advies van de commissie Swaab door de gemeente Amsterdam (nog) niet is gepubliceerd, plaats ik het hier. Het bestuur van De Appel heeft in het openbaar nog niet op de bevindingen van de commissie Swaab gereageerd.

    Bevindingen en advies commissie Swaab inzake De Appel arts centre
    3 december 2015

    Inleiding

    De recente ontwikkelingen bij De Appel arts centre kunnen naar het oordeel van de gemeente Amsterdam het instituut en daarmee indirect de kunst en cultuur in de stad schaden. Daarom heeft de gemeente besloten een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar het beleid van het bestuur van De Appel in relatie tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de directeur de heer Benedetti. Dit voornemen om een onderzoek in te stellen is afgestemd met de minister van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en heeft de steun van het ministerie.

    Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om de gerechtelijke procedure over te doen of om de schuldvraag te beantwoorden. Het onderzoek dient te resulteren in bevindingen die als goede basis dienen voor toekomstig beleid en organisatie van De Appel arts centre.

    De exacte opdracht luidt: Het verrichten van een onafhankelijk onderzoek naar het beleid en de handelwijze van het bestuur van De Appel in relatie tot de arbeidsovereenkomst met de heer Benedetti en de ontbinding van deze overeenkomst. Het onderzoek gaat niet over de artistieke prestaties van De Appel.

    Het onderzoek is uitgevoerd door een onafhankelijke commissie met daarin mevrouw H. Alberdingk Thijm en de heer A. Rüger, voorzitter van de commissie is mevrouw E.H. Swaab. Secretaris van de commissie is de heer B. van Spréw.

    De commissie heeft gesprekken gevoerd met het bestuur en een medewerker van de Appel. Ook werden gesprekken gevoerd met een vertegenwoordiging van de tutoren, galeriehouders en andere vooraanstaande professionals uit de kunstwereld. Daarnaast heeft de commissie achtergrondinformatie verkregen met betrekking tot het functioneren van de heer Benedetti bij de Vleeshal in Middelburg, gesproken met een lid van de sollicitatiecommissie van de Appel dat bij de selectie van de algemeen directeur betrokken was en de door het bestuur beschikbaar gestelde relevante documenten bestudeerd.

    De commissie betreurt het dat de heer Benedetti niet wilde spreken met de onderzoekscommissie. Bij monde van zijn advocaat mr. Oberman, heeft de heer Benedetti laten weten niet met de commissie te willen spreken voorafgaand aan de mondelinge behandeling van zijn zaak bij de rechtbank. Ook op een uitnodiging voor een gesprek op een datum na die behandeling is de heer Benedetti niet ingegaan. De heer Oberman heeft aangegeven te twijfelen aan de onpartijdigheid van de commissie en dan met name over de positie van mevrouw Swaab. De gemeente Amsterdam heeft de heer Oberman per brief laten weten die twijfel niet te delen en vertrouwen te hebben in de onpartijdigheid van de commissie en het advies.

    In deze brief vindt u de conclusies van de commissie en adviezen ten aanzien van de organisatie van de Appel en het bestuur. Aan de orde komen de werving en aanstelling van de heer Benedetti, de dagelijkse praktijk bij de Appel en de procedure rondom de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

    1

    Werving en benoeming

    Eind 2013 werd bekend dat Ann Demeester als algemeen directeur bij de Appel arts center zou vertrekken omdat zij een andere baan had aanvaard. Op 26 oktober 2013 begon de Appel formeel met de werving van een nieuwe algemeen directeur ( zie artikel 1.1. arbeidscontract). De volledige sollicitatieprocedure en een eventuele opzegtermijn van de beoogde algemeen directeur in acht nemend was het streven om op 1 april 2014 een nieuwe directeur in dienst te laten treden.

    Ten behoeve van de sollicitatieprocedure werd een sollicitatiecommissie ingesteld. Deze bestond uit Alexandra van Huffelen, Benno Tempel, Hermine Voute en Suzanne Oxenaar (allen bestuur de Appel) en Renée Jongejan (Appel). Als inhoudelijk externe adviseurs werden Bartomeu Mari (oud directeur Witte de With en Macba) en Wendelien Oldenburg (kunstenaar) aangetrokken.

    Er werd een sollicitatieprocedure en een vacaturetekst vastgesteld, deze vacature werd via diverse media verspreid. De vacaturetekst omvatte een functieomschrijving, een profielschets en informatie inzake de aanstelling, salaris etc..

    De functieomschrijving bevatte zeven onderdelen. De algemeen directeur:
    1) Is eindverantwoordelijk voor het beleid, de uitvoering daarvan het het functioneren van de
    Appel arts center;
    2) Geeft invulling aan en realiseert het meerjaren tentoonstellingsprogramma en het
    artistieke nevenprogramma;
    3) Geeft leiding aan twee internationale studieprogramma’s (het Curatorial Programme en
    Gallery Programme);
    4) Onderhoudt contacten met subsidienten, partners, opdrachtgevers, kunstenaars en
    participanten;
    5) Staat in voor het vergroten van de publieksomvang;
    6) Ontwikkeld mede nieuwe strategieën voor fondsenwerving en alternatieve financiering;
    7) Legt verantwoording af aan het stichtingsbestuur.

    In het functieprofiel worden negen elementen genoemd:
    1) Duidelijke visie op het artistiek-inhoudelijke profiel en programma van de Appel arts
    centre;
    2) Uitstekende analytische, communicatieve en sociale vaardigheden;
    3) Academisch denk- en werkniveau;
    4) Onderhouden van internationaal netwerk en ambassadeur van de Appel arts centre;
    5) Vooraanstaande positie van het instituut te bestendigen en verder uit te bouwen;
    6) Een strategische kijk op de kunstsector;
    7) Aantoonbare kennis van en ervaring met het managen van organisaties;
    8) Onderzoeken van mogelijkheden voor samenwerkingen die financieel draagvlak van de
    organisatie kunnen vergroten;
    9) Belang hechten aan binding met de stad en regio.

    De sollicitatiecommissie ontving 93 sollicitaties, waaronder die van de heer Benedetti. De kandidaten werden in drie ronden beoordeeld. Op 11 december vond aan de hand van de brieven en cv’s een eerste selectie plaats. Uit deze eerste ronde selecteerde de commissie acht kandidaten. De selectie vond plaats op basis van een scoringstabel waarin de commissieleden

    2

    individueel hun beoordeling konden invullen. De criteria waren: artistiek, management, academic level, marketing en ‘indruk sollicitatiebrief’. Uit het vertrouwelijke scoringsformulier blijkt dat De heer Benedetti na deze eerste beoordeling op de zesde plaats stond.

    Op basis van een tweede beoordeling, in de vorm van gesprekken tussen de sollicitatiecommissie en de kandidaten, begin januari 2014 werden uiteindelijk drie kandidaten voor een vervolggesprek uitgenodigd. Eén van deze kandidaten was de heer Benedetti.

    Uit gesprekken met het bestuur en de beschikbare (mail)correspondentie komt duidelijk naar voren dat zowel de sollicitatiecommissie als de externe adviseurs enthousiast zijn over alle drie de kandidaten. Eén van de adviseurs schreef: “Ik zie uit naar jullie keuze uit de laatste drie en ben al bij voorbaat verblijd met welke keuze dan ook. Alle drie zijn goed voor de rol, hebben hun eigen kwaliteiten en zullen slechts een ander soort directeur zijn. Ik zie er naar uit!

    Na het derde gesprek tussen de sollicitatiecommissie en de drie kandidaten werd de heer Benedetti als nieuwe algemeen directeur van de Appel arts centre gekozen en benoemd per 1 juni 2014.

    De sollicitatiecommissie raadpleegde twee referenten. Beiden hadden professioneel indirect met de heer Benedetti te maken gehad, een ervan als voormalig bestuurslid van De Vleeshal. Directe collega’s van de Vleeshal werden niet bevraagd. De referenten waren beiden positief over de heer Benedetti.

    Het bestuur van de Appel arts centre gaf tijdens het gesprek met de onderzoekscommissie (30-10- 2015) aan dat het destijds in volle overtuiging voor de heer Benedetti heeft gekozen. De commissie heeft vernomen dat dit tijdens de mondelinge behandeling van de zaak op 11 november 2015 bij de rechtbank door het bestuur is herhaald.

    Zoals eerder aangegeven heeft de onderzoekscommissie helaas niet met de heer Benedetti kunnen spreken. Het is de commissie daarom niet geheel duidelijk met welke ambities en verwachtingen de heer Benedetti bij de Appel is gestart en of het bestuur van de Appel, naar zijn mening, vanaf het begin duidelijk is geweest over de taken die van hem verwacht werden.

    Er zijn de commissie tijdens het onderzoek een aantal zaken opgevallen. Te weten:
    – Uit navraag door de commissie bij de Appel en het bestuur blijkt dat er, naast de eerder
    genoemde functieomschrijving, geen duidelijke taakomschrijving van de werkzaamheden
    van de directeur is;
    – Het ontbreken van een organ0gram van de Appel. Hierdoor is niet in een oogopslag
    helder wie waar verantwoordelijk voor is en hoe de verantwoordingsstructuur is;
    – De bijlage, met daarin de nevenactiviteiten, waarnaar verwezen wordt in de
    arbeidsovereenkomst van de heer Benedetti , is niet gemaakt;
    – Uit de vacaturetekst blijkt dat het in eerste instantie ging om een aanstelling van een jaar,
    de heer Benedetti kreeg direct een aanstelling voor onbepaalde tijd, tevens lijkt het op basis van de arbeidsovereenkomst, dat zijn salaris hoger is dan eerder in de vacaturetekst vermeld;
    – Ten behoeve van de werving werd geen assessment gedaan;

    3

    Functioneren

    Uit de gesprekken die de commissie tussen 30 oktober en 17 november 2015 met diverse direct en indirect betrokkenen en/of belanghebbenden voerde en de beschikbare documenten – mails, brieven en gespreksverslagen – kwam voor de onderzoekscommissie het beeld naar voren dat er al snel verwarring was over de werkzaamheden en mate van aanwezigheid van de heer Benedetti. Binnen relatief korte tijd – voor het einde van 2014 – kwamen de eerste klachten over de werkwijze, aanwezigheid en ‘het niet beschikbaar’ zijn van de heer Benedetti. Deze klachten hadden in eerste instantie betrekking op het niet betrokken zijn bij, en slechte of nauwelijks communicatie met zowel het personeel van de Appel arts centre als externe partijen rondom gezamenlijke activiteiten. Andere klachten betroffen de gebrekkige interesse van de heer Benedetti in de educatieve en de beleidsmatige taken van de Appel arts centre. Deze klachten werden, zo blijkt uit de gesprekken, in eerste instantie informeel intern besproken.

    Begin 2015 werden de eerste plenaire besprekingen met betrekking tot de functie-invulling van de heer Benedetti gevoerd. Daarbij waren aanwezig de heer Benedetti en diverse personeelsleden van de Appel de arts centre. De verslagen hebben met name betrekking op wat de heer Benedetti niet goed deed. Aan de orde komen onder andere: gebrekkige communicatie; afwezigheid; gebrek aan leiderschap; het niet adequaat reageren op problemen van het Gallery Programme; het niet inzien van de urgentie van de voorbereiding van het jubileum en het feit dat de heer Benedetti het budget daarvoor reeds door een overschrijding bij een tentoonstellingsproject had uitgegeven en het niet nakomen van afspraken en het gebrek aan visie. Dit laatste komt tevens tot uiting in de verslagen van de bestuursvergaderingen, waaruit blijkt dat het bestuur de heer Benedetti herhaaldelijk vraagt om de uitwerking van het visiestuk de Appel.

    In één van de verslagen wordt vermeld dat de heer Benedetti niet blij is met de opmerkingen en zal proberen te veranderen. Volgens het verslag stelde de heer Benedetti voor één op één gesprekken te gaan voeren met de aanwezigen. Op basis van de documenten en de gesprekken constateert de commissie dat dit vermoedelijk niet is gebeurd.

    Nadat de klachten, naar blijkt uit de gesprekken, in het najaar 2014 het bestuur bereiken, wordt hierover in eerste instantie door de voorzitter van het bestuur informeel met de heer Benedetti gesproken. Vanaf maart 2015 besluit het bestuur van de Appel arts centre zich actiever met de situatie binnen de Appel te bemoeien. Het bestuur concludeerde eind maart 2015 dat onder leiding van de heer Benedetti de visie en koers voor de Appel onduidelijk zijn. Op 31 maart besloot het bestuur aan elk Appel project, dat binnen de taak van de heer Benedetti viel, twee bestuursleden toe te voegen om de heer Benedetti te ondersteunen. Daarnaast was sinds februari door het bestuur een coach ingehuurd om de heer Benedetti te helpen. De coach gaat in februari aan de slag met het verkennen van de situatie en het werken met de heer Benedetti.

    Uit de beschikbare documenten en gesprekken blijkt dat de coach pas begin mei 2015 formeel werd aangesteld voor de begeleiding van de heer Benedetti. Op 4 mei 2105 spreken de voorzitter van het bestuur, een bestuurslid , de heer Benedetti en de coach elkaar. Er werden drie verbeterpunten afgesproken, die voor de bestuursvergadering van 11 juni 2015 verwezenlijkt zouden moeten zijn. Een dergelijke korte termijn voor verbetering van deze aard kon naar mening van de commissie op voorhand nauwelijks reëel worden geacht.
    Begin juni 2015 komt de coach met een zeer negatief rapport over de heer Benedetti. De commissie heeft, gezien de korte periode, twijfels over hoe serieus dit coachingstraject was.

    4

    Uit de gesprekken blijkt dat bij de Appel een open, informele en soms zelfs vriendschappelijke werkcultuur heerst. Er is daardoor veel ruimte voor informeel overleg, maar tegelijker tijd ontbreekt de formele structuur waardoor er nauwelijks correctie op de werkvloer mogelijk is, afspraken niet hard worden gemaakt en is het niet voor iedereen duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. In de verslagen van de bestuursvergaderingen staat meer dan eens bij de oplevertermijn voor een opdracht van het bestuur aan de heer Benedetti: ‘asap’, ‘zo snel mogelijk’, in plaats van een datum.

    Deze open cultuur is ook terug te vinden bij het CP en GP in de omgang tussen studenten, coördinatoren, directeur en tutoren. Uit de gesprekken met de tutoren komt bijvoorbeeld naar voren dat er geen vaststaand curriculum was, dat de deelnemers/studenten aangeven wat ze willen doen en dat de tutoren begeleiden en sturen. Over het functioneren van de heer Benedetti in relatie tot het CP en GP hoorde de commissie verschillende geluiden. Uit de gesprekken en stukken blijkt dat er door studenten en de coördinatoren in zekere mate geklaagd werd over het ontbreken van begeleiding en aansturing door de heer Benedetti. De tutoren geven aan geen klachten te hebben over het functioneren van de heer Benedetti in dit kader.

    Uit de bestudeerde documenten en gesprekken blijkt dat het bestuur geen formele functionerings- of beoordelingsgesprekken met de heer Benedetti heeft gevoerd. Daarnaast zijn door de betrokkenen nauwelijks formele schriftelijke stukken geproduceerd, waaruit blijkt dat de partijen eenzelfde beeld van de problematiek hadden. Wel heeft de commissie beschikking over mailwisselingen tussen het bestuur en de heer Benedetti en het personeel, verslagen van bestuursvergaderingen en schriftelijke samenvattingen van bijeenkomsten met het personeel. Tijdens de (eerste) behandeling bij de Rechtbank op 11-11-2015 kwam het bestuur met een schriftelijke verklaring van het personeel van de Appel.

    Ontbinding overeenkomst

    Toen het bestuur de beslissing nam de arbeidsovereenkomst met heer Benedetti te ontbinden, was er een maanden lang traject van gesprekken, mailwisselingen en coaching achter de rug. Hierboven is daar een beknopte weergave van gegeven. De commissie vindt het opvallend dat het bestuur geen formeel beoordelings- en functioneringstraject heeft gestart toen bleek dat de heer Benedetti niet naar verwachting functioneerde. Uit de beschikbare documenten en de gesprekken blijkt dat de heer Benedetti’s gebrekkige functioneren betrekking heeft op zowel zijn organisatorische en management taken als zijn manier van leidinggeven en zijn veelvuldige afwezigheid. Voor zover de commissie heeft kunnen nagaan bestaat er geen heldere taakomschrijving behorende bij de functie van algemeen directeur van de Appel. Dat laat onverlet dat een algemeen directeur zich, net als iedereen, aan basisregels hoort te houden: leiding geven, afspraken, beloftes en toezeggingen nakomen, aanwezig bij vergaderingen, etc. Wanneer er veel klachten van binnen en buiten de organisatie over een directeur zijn, dan is het naar mening van de commissie voor een bestuur de taak om in te grijpen. Het bestuur heeft dat op verschillende manieren gedaan: informele gesprekken tussen de voorzitter en de heer Bendetti, begeleiding door bestuursleden, gesprekken en tot op zekere hoogte een coachingstraject, dat naar mening van de commissie wel kort heeft geduurd. De commissie heeft het beeld gekregen dat dit alles wel steeds op de ‘open Appelmanier’ ging. Niet geformaliseerd, niet duidelijk gesteld met een ultiem gevolg, ontslag als mogelijke uitkomst.

    5

    Om de schade voor zowel de heer Benedetti als de Appel te beperken koos het bestuur ervoor de overeenkomst in onderling overleg te ontbinden, zonder daar veel ruchtbaarheid een te geven en zonder daar teveel personen bij te betrekken dan wel over te informeren. Wellicht vriendelijk bedoeld, maar met onaangename gevolgen. Door deze minimale communicatie voelde met name de tutoren zich slecht geïnformeerd en soms zelfs gepasseerd in de besluitvorming. Deze groep en betrokken kunstenaars en galeriehouders van buiten de Appel, hebben steun betuigd aan de heer Benedetti en hun onbegrip voor de handelswijze van het bestuur en het ontslag publiekelijk geuit. Uit gesprekken met vertegenwoordigers van deze groepen blijkt dat hun onbegrip en in enkele gevallen zelfs boosheid niet per se gericht was op het feitelijke ontslag van de heer Benedetti, maar vooral op het slechte communiceren van het bestuur en de niet transparante besluitvorming. Daarnaast zou het bestuur niet goed over de heer Benedetti’s functioneren kunnen beslissen, omdat er geen internationale hedendaagse kunstenaars of curatoren in het bestuur zitten. Uit gesprekken met het bestuur blijkt dat het ontslag niets met de artistieke kwaliteiten van Benedetti te maken heeft. In tegendeel, het voltallige bestuur geeft aan dat die excellent zijn.

    Opvallend vindt de commissie het dat het er in de zomer van 2015 op leek dat beide partijen overeenstemming hadden bereikt over mogelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst
    per 1 november 2015 en dat de heer Benedetti daar later op terug kwam. Uit het bestuderen van de beschikbare stukken blijkt dat hierover geen, door beide partijen geaccordeerde, afspraken zijn vastgelegd. Beide partijen geven aan verbaasd te zijn over het besluit van de ander: de heer Benedetti over het voornemen tot ontslag en het bestuur over dat de heer Benedetti niet inziet dat er geen plek meer voor hem is bij de Appel.

    Conclusie

    Op basis van bovengenoemde documenten en de gesprekken en het coachingstraject concludeert de commissie dat de heer Benedetti al vanaf eind 2014 op de hoogte was van de klachten ten aanzien van zijn functioneren en dat hij zich sindsdien kon realiseren dat verbetering noodzakelijk was. Het lijkt er volgens de commissie op dat de heer Benedetti de ernst van de situatie, totdat de gesprekken over de ontbinding plaatsvonden, niet inzag. Dit komt wellicht ook doordat het bestuur ‘het niet naar behoren functioneren van de heer Benedetti’ niet tijdig ‘hard’ heeft gemaakt: bij niet functioneren, ontslag als gevolg.

    De ontstane situatie bij de Appel is het gevolg van een optelsom van verschillende factoren, waarbij de commissie – hetgeen ook niet haar taak is – niet één schuldige aan kan wijzen. Met name de uiteenlopende verwachtingen van vier partijen: algemeen directeur, personeel , tutoren en bestuur en het ontbrekende formele kader waarbinnen gewerkt zou moeten worden zijn hier debet aan.

    De tutoren en kunstenaars zien Benedetti als artistiek directeur, die alle vrijheid had moeten krijgen om zijn ideeën binnen de Appel te laten landen. Het personeel had daarnaast de behoefte aan een leidinggevende, die lijnen uitzet en regelmatig bereikbaar en beschikbaar is en het bestuur benoemde een algemeen directeur die op korte termijn een sterke visie voor de Appel zou neerzetten en het instituut zowel inhoudelijk als ook zakelijk en organisatorisch zou leiden.

    Hoe de heer Benedetti zijn rol zag en ziet heeft de commissie helaas niet rechtstreeks met hem kunnen bespreken. Op basis van de gevoerde gesprekken met anderen en het betoog van de heer Oberman, advocaat van de heer Benedetti, tijdens de mondelinge behandeling van de zaak bij de

    6

    rechtbank op 11 november 2015 krijgt de commissie het beeld dat de heer Benedetti vindt dat hij wel degelijk met een visie voor de Appel aan de slag was, maar dat het bestuur hem niet begrijpt en dat hij zijn gebreken op het gebied van management wil verbeteren en die op een andere wijze zou willen opvangen.

    De commissie heeft de indruk dat de heer Benedetti de zakelijke en organisatorische kant van het directeurschap onderschat, datgene wat er bij komt kijken om gestructureerd leiding te geven aan een organisatie om zijn artistiek inhoudelijke tentoonstellingsplannen daadwerkelijk te realiseren in een groter geheel.

    Ten aanzien van de aanstelling concludeert de commissie dat zowel het bestuur als de heer Benedetti enorm graag wilden. Het lijkt er echter op dat beiden met een ander verwachtingspatroon van wal zijn gestoken. De functieomschrijving en het functieprofiel waren evenwel duidelijk. De heer Benedetti wist, althans kon weten, waaraan hij begon, en had mede gezien zijn eerdere ervaringen bij De Vleeshal zich kunnen realiseren dat deze functie hem niet lag. Hij heeft niet als algemeen directeur de leiding over de Appel genomen. Uit de gesprekken blijkt dat het bestuur bij de benoeming van de heer Benedetti als algemeen directeur niet op de hoogte was van de situatie bij De Vleeshal en niet wist dat zijn organisatorische en management kwaliteiten niet voldeden. Een assessment en het zorgvuldiger kiezen van referenten van referenten had het bestuur deze informatie wellicht wel gegeven.

    Binnen een half jaar na de benoeming werd duidelijk dat de heer Benedetti niet functioneerde naarverwachtingvanhetpersoneelenhetbestuur. Volgensdecommissiekomtditvoortuitde eerder genoemde verschillende verwachtingen en de ongelukkige combinatie van de werkwijze van de heer Benedetti en het ontbreken van een formele organisatiestructuur en de open bedrijfscultuur van de Appel.

    De commissie had het voor de Appel en alle betrokken beter gevonden als de scheiding intern zou kunnen worden afgewerkt, waarbij het een zaak tussen de heer Benedetti en het bestuur zou zijn gebleven. Nu dit niet is gelukt heeft de commissie er begrip voor dat het bestuur de ontbindingsprocedure in gang heeft gezet.

    Advies voor de toekomst.

    Met betrekking tot de Appel arts centre in het algemeen:
    – Stel een duidelijke taakomschrijving op voor alle functies binnen de Appel;
    – Zorg voor een heldere overleg- en organisatiestructuur;
    – Leg een organogram vast;
    – Maak de keuze voor of een algemeen directeur, die zowel over artistieke kwaliteiten als
    managementkwaliteiten beschikt of kies voor een artistiek directeur en een zakelijk leider met inzicht in het specifieke internationale kunstvakgebied, dan wel zakelijk directeur die verantwoordelijk is voor alle zaken met betrekking tot de organisatie, bedrijfsvoering, financiën en personeelsbeleid;
    – Zet afspraken duidelijk op papier: wie, wat, wanneer. Dit geldt voor zowel staf, management en het bestuur;
    – Voer functionerings- en beoordelingsgesprekken volgens een vaste cyclus;

    7

    Met betrekking tot het bestuur:
    – Leg bestuurstermijnen en bestuurswisselingen vast in de statuten;
    – Zorg voor een brede en evenwichtige samenstelling van het bestuur, waarin ook
    representanten zitten met ervaring in de internationale hedendaagse kunstwereld, zoals een curator en een vooraanstaande kunstenaar.

    Met betrekking tot werving:
    – Voer ten behoeve van de werving en benoeming van leidinggevenden een assessment uit;
    – Vraag sollicitanten drie representatieve referenten op te geven en bevraag deze op basis
    van de gevraagde taken en het gewenste profiel.

    Tot slot

    In de tijden van nu, is het nog meer dan voorheen essentieel, dat culturele instellingen als De Appel arts centre op professionele wijze worden georganiseerd en geleid. Dit niet ter verbetering van de publiekscijfers noch ter werving van meer inkomsten, maar om voor de artistieke ontwikkeling van een dergelijke organisatie zoveel mogelijk ruimte te creëren en deze zeker te stellen. Juist artistieke bevlogenheid moet zeer goed gefundeerd zijn in een solide organisatie, zodat die nooit op zichzelf kan komen te staan , losgezongen van de organisatie, maar juist als visionair kompas kan functioneren van een instelling met een duidelijk beschreven en goed ingebed beleid. Een algemeen directeur van een internationale instelling met een jarenlange reputatie zoals de Appel, moet juist in dit tijdsbestel , in staat zijn beide zaken in de goede volgorde op elkaar af te stemmen en er uitvoering aan te geven, in afstemming met het bestuur en in samenwerking met de medewerkers. Kennelijk wordt hier in de hedendaagse kunstwereld soms anders mee omgegaan en lijkt het nog steeds gangbaar dat een artistiek directeur volledige vrijheid zou moeten genieten. De heer Benedetti was daarnaast aangesteld als algemeen directeur en niet als artistiek directeur.

    De commissie betreurt het ten zeerste dat we moeten constateren dat het bij de Appel, tussen het bestuur, de directeur Lorenzo Benedetti en de medewerkers, niet is gelukt. De commissie is overtuigd van het feit dat er bij de partijen geen sprake was van moedwil, eerder van onvermogen. De commissie spreekt de nadrukkelijke wens uit dat het bestuur zich zal gaan vergewissen van een andere aanpak, gericht op een duidelijke structuur voor de Appel, zodat deze een gezonde doorstart kan maken op de reeds lang geleden ingeslagen weg naar een succesvolle spraakmakende internationale presentatie instelling.

    De commissie hoopt hiertoe met zijn onderzoek en zijn daarop gebaseerde advies
    een bijdrage te leveren en tevens het eerdere vertrouwen van de gemeente Amsterdam in de Appel en zijn bestuur te hebben (her)bevestigd.

    Mevrouw H. Alberdingk Thijm
    De heer A. Rüger,
    Mevrouw E.H. Swaab (voorzitter)

    8

    Like

  3. Na lezing van het advies van de Commissie Swaab heb ik besloten dat stilzwijgen te verbreken, omdat dit advies van geen kant deugt. Van geen kant: de opdrachtgever is verkeerd, de opdracht is verkeerd, de voorzitter had zich moeten terugtrekken en het advies deugt inhoudelijk niet, omdat de echte vragen niet worden beantwoord.
    http://www.egbertdommering.nl/?p=797

    Like

  4. Kunstenaars, galeriehouders en tutoren van de curatorenopleiding schaarden zich achter Benedetti, die zij roemden om zijn artistieke visie. Op de manier waarop het bestuur had geopereerd kwam veel kritiek. Benedetti is inmiddels in hoger beroep gegaan. Zijn zaak zal in juni voor de rechter komen. „De Appel verkeert in een onduidelijke situatie”, zegt Sara van der Heide, een van de initiatiefnemers van de brief. „Intussen zijn wel subsidieaanvragen de deur uitgegaan naar het ministerie en de gemeente. Wie heeft die geschreven? Is het bestuur op de stoel van de directie gaan zitten? Bovenal een duidelijke visie ontbreekt nu.”
    http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/03/14/kunstenaars-bestuur-appel-moet-vertrekken-1600738

    Like

  5. Aan het bestuur van de Appel, arts centre Amsterdam, 1 maart 2016

    Klik om toegang te krijgen tot 2016-brief-bestuur-de-Appel-final-signed.pdf

    Geachte bestuursleden van de Appel,
    Kopie aan: de wethouder van Cultuur Kajsa Ollongren, Amsterdam, de voorzitters van het AFK, het Mondriaan Fonds en de Raad voor Cultuur

    Nadat u op 14 september 2015 Lorenzo Benedetti op non-actief stelde, hebben we namens een grote groep kunstenaars een brandbrief geschreven. Hiermee hebben we uiting willen geven aan onze zorgen aangaande de positionering en het beleid van de door ons zo geliefde de Appel. Tegelijkertijd wilden we onze steun geven aan de directeur, die nog maar kort daarvoor door u was aangesteld. Onze zorgen werden lokaal, nationaal en internationaal gedeeld.

    Het bevreemdt ons dat het bestuur van de Appel nog altijd geen gehoor heeft gegeven aan de breed gedragen oproep om af te treden, geen zorg heeft gedragen voor een overgangsbestuur, of zelfs maar een termijn heeft aangegeven waarop volgende stappen worden gezet. Dergelijke stappen zijn noodzakelijk om de negatieve sfeer die rondom de Appel is ontstaan te doorbreken, en de weg vrij te maken voor constructieve ontwikkelingen. Hieruit spreekt opnieuw het onvermogen van u als bestuur om een koers uit te zetten, en deze koers te communiceren aan het publiek. Dit gaat in tegen de ‘governance code cultuur’, waarin transparantie van procedure bij belangrijke beslissingen één van de aanbevelingen is. In dit licht bezien vragen we ons af vanuit welke visie er recent een vier jaren kunstenplan is ingediend? En namens wie dit is gedaan? Is het bestuur op de stoel van de directie gaan zitten?

    De Appel heeft diepe wortels in de kunstgemeenschap en ontleent hieraan voor een belangrijk deel zijn bestaansrecht. Nieuwe vormen van kunst zijn hier ontwikkeld en deze ontwikkelingen gingen gepaard met de broodnodige kritiek op maatschappij, instituties en bestuurlijke machtsverhoudingen. Met deze kritische houding hebben de Appel, Amsterdam en Nederland een invloedrijke bijdrage geleverd aan een vitaal internationaal cultureel klimaat. In het huidige landschap waar SMART Project Space en Nederlands Instituut voor de Mediakunst (NIMk) hun deuren al hebben moeten sluiten en ook SMBA binnenkort zal wegvallen, is het de taak van het bestuur om het voortbestaan van de Appel met hand en tand te bewaken en beschermen, maar niet ten koste van waar het kunstcentrum voor staat.

    De kritische houding waaraan de Appel haar (inter)nationale positie ontleent, heeft onder uw aansturing plaatsgemaakt voor een zwalkende, neo-liberale koers. We denken dat de samenstelling van het bestuur niet in balans is en dat verklaart ook mede waarom het bestuur niet heeft aangevoeld wat de negatieve impact van haar beleid is. We pleiten voor een evenwichtiger bestuur met curatoren, critici en kunstenaars, die inhoudelijk het kritische discours en de geschiedenis van de Appel voorstaan.

    De huidige impasse zou juist voor een kunstcentrum als de Appel aanleiding moeten geven tot reflectie, publiek debat en dialoog met de kunstgemeenschap. We vinden het onbegrijpelijk dat u als bestuur, evenals de door wethouder Ollongren ingestelde commissie Swaab, niet de noodzaak heeft gevoeld om contact met ons als initiatiefnemers van de brandbrief op te nemen. Uit de manier waarop u heeft gehandeld, spreekt geen besef van de noodzakelijke verbondenheid met de kunstgemeenschap. In plaats van dat u de standpunten van de kunstenaarsgemeenschap serieus neemt, bent u tegenover een groot deel van deze gemeenschap komen te staan.

    We houden het huidige bestuur van de Appel verantwoordelijk voor de grote onrust die is ontstaan rondom het ontslag van Lorenzo Benedetti. De (internationale) reputatieschade voor de Appel en Nederland is groot. Door uw handelen wordt het voortbestaan van de Appel bedreigd. Dit kunnen wij, als kunstenaars die zich bij de Appel betrokken voelen, niet accepteren. Het is in het belang van de Appel dat het huidige bestuur alsnog zo spoedig mogelijk aftreedt en ruimte maakt voor een nieuw bestuur, waarin ook kunstenaars zitting hebben.

    We verwachten dat u op afzienbare termijn een stappenplan bekend maakt over hoe de impasse bij de Appel te doorbreken. Wij, en andere betrokkenen willen hier beslist in meedenken.

    Initiatiefnemers van de petitie de Appel Support
    http://www.deappelsupport.nl

    Ahmet Öğüt
    Batia Suter
    Bas van den Hurk
    Chris Evans
    David Jablonowski
    Domenico Mangano
    Falke Pisano
    Geert Goiris
    gerlach en koop
    Gwenneth Boelens
    James Beckett
    Katinka Bock
    Katja Mater
    Kees Goudzwaard
    Koenraad Dedobbeleer
    Lonnie van Brummelen en Siebren de Haan Mark Bain
    Nickel van Duijvenboden
    Remco Torenbosch
    Roger Willems
    Rosella Biscotti
    Sara van der Heide
    Vincent Vulsema
    wendelien van oldenborgh
    Willem Oorebeek

    Like

  6. Pingback: Trends & ontwikkelingen 11 december 2015 - Mestmag.nl

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.