Afgelopen dagen werd in de media en de Rotterdamse gemeenteraad druk gespeculeerd over het vertrek van directeur Stanley Bremer van het Wereldmuseum. In de openbaarheid hintte cultuurwethouder Adriaan Visser (D66) op zijn spoedige vertrek. In een rapport is Gitta Luiten ronduit negatief over het beleid van het Wereldmuseum. Ze lichtte dat gisteren onder beantwoording van vragen in de raadscommissie ZOCS toe. Luiten constateert dat het museum door toedoen van de directie in een neergaande spiraal is terechtgekomen.
Bremers beleid pakte over de hele linie verkeerd uit. Tel maar na: teruglopende bezoekcijfers, teruglopende educatie, ontslagen wetenschappelijke staf, belangenverstrengeling op vele niveau’s (kunsthandel, familie in dienst), onlogische focus op de deelcollectie Azië en slecht onderbouwde ontzamelplannen, onzorgvuldig fysiek beheer en registratie van de collectie met beschadigingen tot gevolg, maatschappelijke isolatie vanwege bewust verbroken netwerk (volkenkundige musea, museumvereniging, Rotterdamse musea), tegenvallende sponsorinkomsten, oplopende financiële tekorten en publicitaire (reputatie)schade vanwege alle incidenten.
Vanwege onzorgvuldig handelen van een vorige Raad van Toezicht (RvT) was de termijn verlopen zodat er geen bevoegde raad meer was en moest via de rechter een nieuwe raad benoemd worden die pas deze week in functie kon treden. De verwachting was dat deze al drie maanden geleden door Visser aangezochte Raad zich goed voorbereid zou hebben en krachtdadig van start zou gaan. Niets is minder waar. Raadsvoorzitter Harry Kramer zegt vandaag in het AD: ‘We brengen nu eerst onze raad van toezicht op sterkte en zullen na de zomer rapporteren aan het college’. Dit staat in schril contrast tot de verwachtingen die Visser gewekt heeft om Bremer snel de laan uit te sturen en het Wereldmuseum een nieuwe start te laten maken. Zo ontstaat een nieuw politiek feit: er zit licht tussen de woorden van wethouder Visser en de pas aangetreden RvT.
Juridisch zou directeur Bremer sterk staan omdat de vorige RvT hem jaarlijks een goede beoordeling -of zelfs een gratificatie- gaf. Maar er valt heel wat af te dingen op het opereren van de vorige RvT onder voorzitter Rein Breeman. Zo constateert Luiten op p.45 dat de directie in 2013 en 2014 de RvT wees op de aflopende termijn: ‘De directie heeft de Raad herhaaldelijk gewezen op de aflopende termijnen en aangedrongen op het spoedig benoemen van opvolgers, zoals blijkt uit notulen en correspondentie.’ Maar de RvT benoemde geen opvolgers. De vraag is daarom gerechtvaardigd of deze opstelling van de nieuwe RvT juist, verstandig en niet te voorzichtig is. Denkt het door een ambtelijke houding een wegkwijnend Wereldmuseum optimaal te dienen?
Foto: Tweet van Ruud van der Velden, 16 april 2015.
Dit is op Publieksactie Wereldmuseum herblogden reageerde:
Een helder commentaar op de eerste uitspraak van de nieuwe RvT van het Wereldmuseum
LikeLike
Precies hieraan wijdde ik vandaag een opiniestuk op mijn eigen site: http://www.robhogendoorn.nl/portfolio/zolang-stanley-bremer-het-wereldmuseum-leidt-is-meer-geld-geen-oplossing/
LikeLike