Het ergste wat Edward Snowden afgelopen juni vreesde toen-ie geheime NSA-documenten aan de journalisten Glenn Greenwald en Laura Poitras overhandigde was dat en geen publiek debat zou ontstaan. Dat het rimpelloos zou blijven in de eendenvijver. Z’n vrees is niet bewaarheid. De onthullingen die voornamelijk in Britse, Amerikaanse, Braziliaanse en Duitse gedrukte media verschenen hebben alles en iedereen in beweging gezet. Sinds juni loopt president Obama zichtbaar achter de ontwikkelingen aan. Hij is in het defensief gebracht. In het Amerikaanse congres zijn wetsvoorstelllen in behandeling genomen die het toezicht op de inlichtingendiensten aanscherpen. Latijns-Amerika en vooral Brazilië valt VS frontaal aan over NSA-spionage.
Macht staat nooit vrijwillig macht af. Verandering gaat langzaam. Politieke marges zijn smal, dat zei Den Uyl al in 1978: ‘ … marges gebruiken is soms het verschil tussen een spiraal naar beneden of naar omhoog. Het verschil tussen uitzichtloosheid en perspectief, tussen hoop en wanhoop.’ Daarom doet het merkwaardig aan dat maatschappijcritici nu wanhopen. Juist nu er perspectief is om de opbouw van de controlestaat te stoppen. John Naughton in The Guardian vindt de afzijdigheid van het brede publiek opvallend. Maar die van journalisten betreurt-ie meer. Feitelijk hebben de NSA-onthullingen het failliet van de Britse en Amerikaanse journalistiek aangetoond. Waarmee niet gezegd is dat een kleine minderheid niet kundig onderzoek en verslag doet. Zij beïnvloeden de politici en hebben de invloed. Niet de waterdragers voor die politiek.
In Nederland blinkt de voor de inlichtingendiensten verantwoordelijke minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk niet uit in kundigheid en inspiratie. Hij maakt een warrige en afwezige indruk op dit dossier. Hij weet geen goede houding te vinden. Omdat het onderwerp van privacy, meningsuiting, nationale veiligheid en spionage velen bezighoudt is dat jammerlijk. Ondanks de wanhoop van sommigen. Voor het kabinet is het belangrijk dat het kundig aangepakt wordt. De storm moet nog losbarsten. Glenn Greenwald komt met z’n onthullingen over Nederland. Dan moet het kabinet een antwoord hebben dat niet onderdrukt, maar kalmeert, vertrouwen wekt en perspectief op verbetering schetst. Met vice-premier Lodewijk Asscher heeft het kabinet een expert die dit dossier van partijgenoot Plasterk kan overnemen. Tijd voor herschikking van portefeuilles.
Foto: Stanley Kubrick, ‘Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb‘, (1964). War Room.
Pingback: Tegenstrijdige uitspraken van Plasterk over NSA-afluisterschandaal | George Knight