Update 16 augustus 2014: Sjors van Beek heeft deze week een artikel in De Groene Amsterdammer. Directeur Stanley Bremer komt er niet best vanaf. Wie remt hem af? Waarom zit hij sowieso nog op de directeurstoel? Olphaert den Otter zet het op Facebook scherp aan: ‘Het is totaal krankjorem, maar niemand lijkt op het idee te komen die man eruit te flikkeren! Hoe kan dat nou? HELP!’ Ja, gemeente Rotterdam, hoe kan dat nou?
‘Ik kan er niet te diep op ingaan, maar mijn vertrek heeft te maken met een verschil van inzicht over de gang van zaken tussen mij en de directeur van het museum‘, aldus hoofd horeca en maître-sommelier Danny Gonzalez van Restaurant Wereldmuseum. Gonzalez gaf leiding aan 38 personeelsleden en moet weg: ‘Het gaat me vreselijk aan het hart, maar er was geen andere oplossing mogelijk, daar was geen ruimte voor.’ Directeur is Stanley Bremer van het Rotterdamse Wereldmuseum. Bij gebrek aan openheid is het gissen waar het verschil van inzicht over gaat. Gonzalez heeft kennelijk een zwijgplicht, hij kan er niet te diep op ingaan.
Het restaurant is onlosmakelijk met het Wereldmuseum verbonden. De directeur gebruikt het als middel om steun op te bouwen. Rotterdammers uit lokale politiek en zakenwereld worden er gefêteerd. In een ideale ambiance voor de doelgroep, namelijk een omgeving met een zweem cultuur zonder dat het te cultureel is.
Het goede leven van wijnen, spijzen, gesprekken en ons soort mensen zet alle neuzen een kant op. Soms feestneuzen als er feest te vieren valt, soms wijsneuzen die het samen beter weten dan de professionals uit politiek of museumwereld. Weldenkende burgers zijn tevreden met zichzelf. En elkaar. Als individuen vinden ze elkaar in een groepsgevoel dat afkeer voor regelzucht uitstraalt. In het oprekken van de grenzen voelen ze zich weer de provo’s die ze nooit waren. Hun tweede jeugd neemt hen de kans niet af het alsnog te worden. In het schoppen tegen het establishment dat ze zelf vormen. Vanuit de luxe. Zo werkt kunst als glijmiddel.
Via emotie mobiliseert directeur Bremer steun voor zijn plan om de Afrikacollectie te verkopen. Zijn museum loopt uit de pas met de museumsector in het oprekken van de LAMO-richtlijn, en de gemeente Rotterdam doet hetzelfde door de deur voor de verkoop van topstukken open te zetten. Maar kritiek werkt niet, omdat dat daar aan dat gebouw aan de Maas alleen maar opgevat wordt als een bevestiging van het eigen gelijk.
Oprekken van grenzen is in lijn met de handel in Afrikaanse etnografica die is geconcentreerd in Brussel en Parijs. Deze handel met grote winstmarges vertoont de trekken van de Roomse kerk en de maffia. Uiterlijk vertoon, ex-communicatie, strenge hiërarchie, witwassen van valse objecten en omerta zijn de kenmerken. Verkoop van de Afrikacollectie speelt zich af in dit schemergebied waar handelaren zich opdringen omdat ze winst ruiken. Liefst via onderhandse verkoop. Raadgevers en clandestiene handelaren wisselen elkaar af. De directeur die kennis mist vaart blind op anderen. Hij zet de Afrikacollectie in de etalage om als een Robin Hood aan de Maas te nemen van de gemeenschap en te geven aan z’n medestanders. Zonder Danny Gonzalez.
Foto 1: Jos Kottmann, Wereldmuseum.
Foto 2: Bakongo kop collectie Wereldmuseum als cover tijdschrift Tribal Art, herfst 2011.
Een kwalijke ontwikkeling
14-01-2013
http://www.verenigingrembrandt.nl/vereniging-rembrandt/actueel/een-kwalijke-ontwikkeling
Vereniging Rembrandt roept op tot een verstandig besluit inzake de Afrika collectie van het Wereldmuseum Rotterdam.
Verkoop van (stukken uit) museale collecties is terecht omstreden. Verzamelen is nu eenmaal de kerntaak van het museum, dat daarom ook meer dan een kunsthal is. De museale collecties zijn ons culturele geweten en men moet ervan uit kunnen gaan dat zij zorgvuldig worden bewaard en getoond. Het openbaar kunstbezit is van ons allemaal, ook als het juridisch gesproken eigendom van stad of staat is. Ook innovatieve directeuren zijn in de eerste plaats beheerders van wat aan hen is toevertrouwd.
Het voornemen van het Wereldmuseum in Rotterdam om zijn Afrikaanse kunst en etnografie van de hand te doen en de opbrengst van deze verzameling te gebruiken om het tekort op de museale begroting te bestrijden en financieel onafhankelijk te worden, heeft dan ook tot internationale verontwaardiging geleid. De richtlijn dat museaal bezit hooguit – na zorgvuldige toetsing – verkocht mag worden om de collectie te versterken, wordt hier met voeten getreden.
Dat in het Rotterdamse voorstel schenkingen buiten de voorgenomen verkoop worden gehouden, doet niets af aan de laakbaarheid ervan. Deze schenkingen maken immers deel uit van een samenhangende verzameling en zijn vaak juist met het oog op de samenstelling van het totaal gedaan. Een paar resten Afrikaanse kunst in een museum dat verder geen aandacht meer aan Afrika schenkt: dat heeft geen zin.
De Vereniging Rembrandt roept de gemeenteraad op een verstandig besluit te nemen inzake het voornemen van het Wereldmuseum Rotterdam, naar de richtlijn zoals in grote gemeenschappelijkheid overeengekomen.
LikeLike
‘Ik creëer een nieuwe economische realiteit, als overlevingsstrategie.’
Nou, hij is er dus zelf glashelder over.
Maar mensen maken de fout te denken dat (grote) organisaties of instanties, in dit geval een museum,
een moreel kompas hebben. Dat is niet zo.
Er geldt maar een (collectieve) drijfveer, zichzelf in stand houden.
LikeLike
Pingback: Wereldmuseum maakt nieuwe start met AFRIKA 010. Geen doorstart zonder investering. Een terugblik | George Knight
Pingback: Wereldmuseum na succesvolle publieksactie gered met behoud van ‘Rotterdams karakter’. Wat zegt dat over het kunstklimaat? | George Knight
Pingback: Onderbouwing ‘World Art Center’ in Ede roept nog meer vragen op | George Knight